Omdat de schuilkelders van Amsterdam in een deplorabele staat verkeren, zou bijna niemand gered kunnen worden bij een atoomaanslag, schrijft Kemal Rijken. Hij roept de gemeente dan ook op om snel actie te ondernemen.
'Op een stralende, frisse voorjaarsdag maken Amsterdammers in hun lunchtijd een ommetje. Het is maandag 25 maart 2030 en een deprimerende winter lijkt eindelijk ten einde. In de afgelopen weken heeft het Europese leger aan het oostfront hard gevochten en het Russische leger redelijk kunnen terugduwen. Bovendien zijn er signalen uit Moskou dat het regime wankelt. Mogelijk zullen de Russen snel bevrijd zijn. In het veilige Amsterdam is dat het gesprek van de dag. De sfeer is optimistisch.
Maar dan, plotseling krijgen de mensen een NL-alert op hun telefoon. ‘Noodmelding. Nucleaire raket onderweg naar Amsterdam. Inslag over 20 minuten. Zoek nu beschutting. Ga op de grond liggen met ogen dicht, handen onder het lichaam als er geen dekking is.’ De paniek slaat toe en Amsterdammers proberen zichzelf massaal te redden. Sommigen vluchten de metro en ondergrondse parkeergarages in, plekken die niet bestand zijn tegen nucleaire straling. Een publieke atoomkelder? Die is er niet. De bom slaat in en vrijwel iedereen wordt weggevaagd.
Koude Oorlog
Dit horrorscenario lijkt anno 2025 onrealistisch, maar is door de recente spanningen rond Oekraïne en de verstoorde verhoudingen tussen Europa en de VS helaas een stap dichterbij gekomen. We moeten dus op noodgevallen voorbereid zijn. Dekking zoeken is in Nederland echter schier onmogelijk, want wij hebben officieel geen schuilkelders meer. De bunkers uit de Koude Oorlog werden eind jaren tachtig door het Rijk overgedaan aan de gemeenten. Zij ontvingen toen een eenmalig bedrag voor onderhoud voor vijf à tien jaar en vervolgens was de koek op.
Pas in 2024 bevroeg Tweede Kamerlid Silvio Erkens (VVD) toenmalig verantwoordelijk minister Dilan Yeşilgöz (ook VVD) naar de staat van de schuilkelders. Yeşilgöz zei er niets over te weten en schoof alles op de gemeenten af. ‘De staat en de bruikbaarheid van eventueel nog bestaande openbare schuilgelegenheden en de kosten voor het eventueel opknappen daarvan zijn mij niet bekend. Ook zijn voornemens en kosten voor de bouw van nieuwe openbare schuilgelegenheden mij niet bekend,’ schreef Yeşilgöz. Metrostations van de Oostlijn
Tot zover de rol van het Rijk. Eén ding is zeker: gemeenten zijn nog steeds verantwoordelijk voor openbare schuilplekken als atoomkelders. De circa veertig bunkers die in Amsterdam over zijn, verkeren allemaal in deplorabele staat wegens gebrek aan onderhoud. De grootste schuilkelders horen bij de metrostations van de Oostlijn. Duizenden mensen zouden hier terecht moeten kunnen. Zouden, want tegenwoordig doen ze dienst als serverruimtes of luchtinstallaties. En er is ‘dé bunker’ onder de Stopera, jarenlang het crisiscentrum van burgemeester, politie en OM. Maar ook die is opgedoekt. Er kwam een gloednieuw centrum, bovengronds en in een kantoor met ramen; onbeschermd tegen een kernaanval. Schutzräume
Hoe anders is het in Zwitserland, waar de overheid wel alert is en er alles aan doet om haar bevolking te beschermen bij oorlog of nucleaire aanvallen. Met de jaren zijn daar meer dan 370.000 Schutzräume gebouwd, betonnen bunkers die aan de negen miljoen Zwitsers beschutting moeten bieden bij een armageddon. Kom daar in Nederland maar eens om.
De feiten. Bij een inslag van een atoombom in Amsterdam ontstaat een vuurbal van 1,89 vierkante kilometer die een 30 vierkante kilometer grote schokgolf veroorzaakt. De hitte wordt dan tot op ruim 125 vierkante kilometer verspreid en de radioactiviteit zal tot op een kleine 15 vierkante kilometer voelbaar zijn. Gezien de beroerde staat van onze bunkers schijnt niemand bij onze overheid zich van deze feiten bewust te zijn.
In Duitsland hebben ze het wel begrepen: daar wordt gewerkt aan een nationaal bunkerplan. Alle vrij toegankelijke gebouwen en privéwoningen in het land die bescherming kunnen bieden bij een raketaanval, moeten worden geregistreerd en gereedgemaakt. Verder worden Duitsers aangemoedigd zelf bunkers te bouwen. En deze week maakte de Bondsdag de weg vrij voor 500 miljard aan investeringen in infrastructuur, waartoe bunkers eveneens behoren. Ook Polen timmert met de bouw van nieuwe schuilkelders aan de weg.
Snel handelen
En Nederland? Hier ligt de verantwoordelijkheid voor bunkers bij de gemeenten. Die van Amsterdam is met veel dingen bezig, maar niet met het bijhouden van oude of aanleggen van nieuwe bunkers. Nu de veiligheidssituatie in Europa kantelt is het echter zaak om snel te handelen, want of het nu de Russen zijn of anderen, de dreiging blijft. Amsterdam moet daarom alle bestaande atoomkelders ombouwen en extra geld reserveren voor nieuwe bunkers. Bij nieuwbouwlocaties moet sowieso een schuilkelder voor alle bewoners komen.
Als overheid moet je de bevolking te allen tijde beschermen en dus is er werk aan de winkel.. Wat is belangrijker? Een draaiende server of het redden van mensenlevens? Kortom: het wordt tijd dat ons gemeentebestuur de handschoen oppakt ‘voordat de bom valt’ en het echt te laat is.' Dit artikel verscheen op zaterdag 22 maart in de rubriek 'Het laatste woord' van Het Parool. Lees het artikel hier terug.

Commentaires