top of page
Zoeken
Kemal Rijken

Tien jaar koning Willem-Alexander: pieken en dalen (HP/DeTijd)

Willem-Alexander is tien jaar koning. Deze Oranje hecht zwaar aan zijn privéleven, maar lijkt moeilijk te beseffen dat een moderne monarch dat bijna niet kán hebben. Sinds de incidenten in coronatijd nam de steun voor de monarchie sterk af. Kan Willem-Alexander het tij nog keren? ‘Voor zijn populariteit is Griekenland funest geweest.’

Op een grauwe ochtend in februari zit koning Willem-Alexander in zijn dienstwagen, onderweg naar Den Bosch. Straks bezoekt hij Boschgaard, een voormalig krakersbolwerk waar aan duurzaam bouwen wordt gedaan. Geen Oranjeklanten of Brabantse huismoeders die ‘Oranje boven’ zingen, maar oud-krakers die hem wegwijs zullen maken. De vorst oriënteert zich op de wooncrisis en wil weten wat mensen op de penibele woningmarkt beweegt. Terwijl hij op de snelweg zit, krijgen alle deelnemers een briefing. “De koning wil u gewoon zien zoals u bent. We tutoyeren hem niet, maar u mag hem wel alles vragen en vertellen,” zegt een medewerker.


Rond een uur of half elf komt de slee aan en stapt Willem-Alexander uit, handen schuddend, grapjes makend. Woonwethouder Pieter Paul Slikker (PvdA) houdt een korte introductie en spreekt van ‘een uniek woonproject’. Ex-kraker Jochem Kromhout geeft uitleg over Boschgaard, dat in 2005 is gekraakt en later is veranderd in een legaal woonproject. Wat opvalt? De koning toont oprechte interesse en stelt inhoudelijke vragen op maat. Hij wil weten hoe de omgang met de buurt was en of bewoners de krakers hebben gesteund. “Toen we met de woningbouw gingen praten, konden we iets van 1500 handtekeningen op tafel leggen,” zegt Kromhout.


Vervolgens maakt Willem-Alexander een ronde door de bouwplaats, waar mensen hun verhaal doen. Sommigen ogen zenuwachtig, maar met persoonlijke opmerkingen weet hij hen op hun gemak te stellen. Dit heeft hij vaker gedaan, zo is duidelijk. Hetzelfde geldt voor werkbezoeken. Wat bekend is: de koning laat zich vooraf informeren zodat hij weet wat er komt. Duidelijk is wel dat hij met iedereen kan meepraten. De woningbouwmevrouw krijgt vragen van hem die gaan over haar sector en van de aannemer wil hij weten of het duurzaam bouwen wel lukt.


Op werkbezoeken gaat Willem-Alexander naar een plek ergens in het land, waar hij informatie verzamelt en met burgers over de problematiek en uitdagingen spreekt. De buitenwereld heeft vaak geen weet van die bezoeken. Deels omdat ze kleinschalig zijn – er staat bijna nooit een menigte langs de kant – en omdat media er te weinig oog voor hebben. Anderzijds wil de koning niet altijd pers om zich heen. Hij wil graag praten met de mensen waarover het gaat. Om intieme gesprekken te kunnen voeren, worden media soms niet over het bezoek geïnformeerd. De koning heet ook een gewoontemens te zijn, die gestaag blijft werken op de manier zoals hij gewend is, zonder franje of uitbundigheid.


Deze maand is Willem-Alexander tien jaar koning van Nederland. Wat kenmerkt zijn periode tot nu toe? Ik vroeg het aan een aantal mensen dat hem goed volgt. Een van hen is Justine Marcella, oud-hoofdredacteur van Vorsten. “Sinds 1998 volg ik hem, omdat het Koninklijk Huis toen mijn hoofddossier werd. Misschien was hij toen wel wat relaxter dan nu, want er drukte minder ballast op zijn schouders. Hij ging zich toen bezighouden met waterbeheer en liep allerlei symposia af. Hij werd op een gegeven moment deskundig op dat gebied en voelde zich ook erg senang bij het onderwerp."


Zijn moeder Beatrix heeft Willem-Alexander zo goed mogelijk voorbereid. In de media werd in de jaren negentig gesproken over ‘de opleiding tot het koningschap’. Tegelijkertijd heeft hij oog voor mensen, aldus Marcella. “Ik zie de Willem-Alexander van toen terug in het nu. Op het Wereld Waterforum was hij in 2000 voorzitter. Er waren demonstranten bij en die nodigde hij uit op het podium. Het in gesprek gaan met demonstranten, dat zie ik hem nu ook doen.” Tijdens een bezoek aan de Cariben stapte hij uit zijn auto om met protesterende mensen te praten. “Ook heeft hij gezegd ruimte te geven aan demonstrerende republikeinen op Koningsdag. Hij is immers staatshoofd van een democratie.”


Vlak voor zijn aantreden op 30 april 2013 maakte Willem-Alexander het motto voor zijn koningschap bekend: ‘samenbinden, aanmoedigen en vertegenwoordigen’. Zijn vlekkeloze inhuldiging in Amsterdam werd gevolgd door Koningsdag nieuwe stijl. De tijd van oude ambachten, koekhappen en spijkerpoepen was voorbij. Geen Oranjegezinde dorpen meer, maar groot feest in een 100.000-plus-gemeente. Opiniemakers prezen hem en noemden het ‘eigentijds’. Het was in de beginjaren echter niet alleen maar feest: in 2014 werd Nederland overvallen door de ramp met vlucht MH17, waarbij 196 Nederlanders omkwamen. Willem-Alexander en zijn vrouw stonden vooraan, en straalden verbinding en troost uit. “Het was de monarchie op zijn best,” menen veel deskundigen.


In zijn kersttoespraken onderscheidde de monarch zich van zijn moeder door niet achter een bureau plaats te nemen maar aan de openhaard te zitten. Na een jaar of twee werden zijn kerstredes ook inhoudelijk goed ontvangen. Verder deed de nieuwe koning het goed over de grens, vertelt monarchie-journalist Jeroen Snel. “Willem-Alexander heeft een vliegende start gemaakt met staatsbezoeken aan Polen en Luxemburg, maar zijn beste waren die aan grote landen zoals China, Duitsland en Groot-Brittannië.” In Indonesië ging het onder meer om spijt betuigen. De koning stotterde en Snel was erbij. “Er stond letterlijk een Engelse tekst op papier die hij uit handen kreeg van iemand van de hofhouding. Hij moest dat oplezen en toen ging hij dus stotteren. Het historisch beladen moment an sich deed iets met hem. Daar komt bij: het was zijn eigen tekst niet.”


De koning is een emotionele man, legt Snel uit. “Bij hem is het: What you see is what you get. Hoe hij zich voelt, dat straalt hij ook uit. Dat zie je aan zijn houding. Als hij interesse heeft en op zijn gemak is, is hij een en al oor. Als hij niet goed in zijn vel zit of het hem minder interesseert, dan zie je dat ook aan hem en zijn houding.” In tegenstelling tot zijn vrouw kan de koning niet goed acteren. “Het is een leuke vent, nuchter en met humor, die zichzelf wil zijn in het ambt. Hij neemt het op zijn manier zeer serieus. Ik kan met zekerheid zeggen dat hij het professioneel aanpakt.”


Jan Hoedeman onderschrijft de professionele houding van Willem-Alexander, over wie de politiek redacteur van het AD eerder een biografie schreef. “Er is in 2013 iemand ingestapt die van deze tijd is. Willem-Alexanders voorganger verdween langzaam uit deze tijd, domweg omdat zij bejaard aan het worden was. Hij staat meer in de samenleving. Het is iemand die werk maakt van het koningschap en goede dingen doet. Kijk naar de 4 mei-toespraak op de Dam in 2020, in de eerste periode van Corona. Zijn werk- en staatsbezoeken marcheren in de regel ook goed.”

Hoedeman bracht onlangs het boekje De achilleshiel van de koning uit, waarin hij inzicht geeft over diens zwakten. Willem-Alexander vindt dat hij recht heeft op een privéleven en dat knelt te vaak. “Over het algemeen kun je zeggen dat het koningschap er wel staat. Nu we bij tien jaar zijn, ziet het er toch iets anders uit. Dat komt omdat in de coronaperiode zichtbaar geworden is dat de koning zijn privéruimte belangrijker vindt dan het algemeen belang. Dat hakt erin bij de gemiddelde Nederlander.” Alle goede kanten van de monarchie zijn daardoor onder druk komen te staan. “Die doen er dan minder toe en dat zie je terug in de vertrouwenscijfers.”


De coronacrisis vormde een kantelpunt in het koningschap. Na het uitbreken van de pandemie besloot het kabinet om Willem-Alexander en Máxima boegbeelden in de strijd tegen corona te maken. Hier lag een kans om de monarchie te gebruiken en om het motto van de koning weer eens te verzilveren. De 4 mei-toespraak van Willem-Alexander op een lege Dam maakte veel indruk. “Dat was zijn hoogtepunt in de coronacrisis,” geeft Hoedeman toe. Hierna ging snel het bergafwaarts.


De koning heeft fouten gemaakt door zich niet aan de coronaregels te houden. Het naar Griekenland op vakantie gaan, terwijl reizen werd afgeraden, was het kantelpunt. “Het in de zomer op de foto gaan met een restauranthouder in Griekenland werd nog wel geslikt. Iedereen zei: dat kan gebeuren. Maar toen hij met zijn gezin in de herfstvakantie naar de Griekse zon ging, werd het een patroon en dat pikten de mensen niet.”


De video met excuses op het bankje in het paleis hielp niet. De boosheid van het publiek bleef, evenals de dalende waarderingscijfers. “Weet je dat Willem-Alexander en Máxima aan het begin van corona net als veel andere mensen last hadden van smetvrees?” zegt Hoedeman. “Die houding transformeerde naar: wij maken onze eigen regels, en er zijn ook nog regels voor het volk.” Hij snapt het wel. “In eerste instantie ben je bang voor corona en later gaat de kramp eraf, maar dat betekent niet dat je dan je eigen regels kunt maken. In ieder geval is dat bij het koningspaar bewezen.”


Het achttiende verjaardagsfeest van kroonprinses Amalia, ruim een jaar later, waarbij veel meer gasten langskwamen dan was toegestaan, legde volgens Hoedeman het patroon opnieuw bloot. “Je kunt zien dat Willem-Alexander zijn privéruimte soms belangrijker vindt dan het koningschap.” Het drama rond het Kroondomein Het Loo is ook een voorbeeld van spanning tussen persoonlijke en publieke belangen. Het landgoed moet drie maanden dicht voor het publiek zodat de koning er kan jagen, maar toch trok hij jarenlang een natuursubsidie die als voorwaarde heeft dat een gebied bijna het hele jaar open is. Hoe kan dit toch? Willem-Alexander heeft niet de juiste voelsprieten en ook de verkeerde adviseurs, stelt Hoedeman. “Er zijn geen tekenen dat er mensen zijn die hem afremmen. Er zijn geen alarmbellen afgegaan om dingen zoals de Griekenlandreis te voorkomen. Minister-president Mark Rutte, die verantwoordelijk is voor het Koninklijk Huis, was blijkbaar niet in staat het te voorkomen.”


De Griekenland-blunder was een fout van de koning, maar dus ook van zijn adviseurs en Rutte. “Dat betekent het niet dat Willem-Alexander geen eigen verantwoordelijkheid heeft. Hij neemt wel degelijk verantwoordelijkheid voor zijn fouten door ruiterlijk excuus te maken. Maar als de veiligheidskleppen van de premier, de adviseurs en de koning zelf niet scherp zijn afgesteld, krijg je ongelukken.” Hoedeman gaat ervan uit dat het staatshoofd een lerend vermogen heeft. “Maar het heeft er de schijn van dat het niet zo is.”


Lerend vermogen of niet, onder andere door ‘Griekenland’ zijn Willem-Alexander en de monarchie in een neerwaartse spiraal geraakt. Dat meent Floris Müller, voorzitter van Republiek (ooit Het Republikeins Genootschap). Het aantal leden is verveelvoudigd en ook heeft zijn boodschap meer tractie gekregen in de media. Uit onderzoek dat hij vorig jaar liet doen door marketingonderzoeksbureau Ipsos blijkt dat nog 51 procent van de ondervraagden de monarchie ziet zitten – in 2013 was dat 74 procent. “De Griekenlandreis hoort bij de optelsom die laat zien dat de aanhang van de monarchie in iedere peiling kleiner is geworden.” Uit de enquête blijkt echter ook dat slechts 26 procent een republiek wil en dat de rest van de mensen het niet weet. Müller is hoopvol: “Als je naar die 51 procent kijkt, dan zie je dat dat vooral ouderen zijn. Onder de 55 jaar is nog maar 43 procent voor de monarchie.”


Dankzij Willem-Alexanders gedrag is de mythe van de monarchie verdwenen, rept de republikein. “De meeste mensen willen geen koning op een dik jacht in Griekenland of met een grote zonnebril op en verbrande huid in Curaçao. De monarchie is door hem platter geworden en het sprookje is voorbij. Er zit iets heel onsympathieks in.” Volgens Müller werkt de koning niet al te hard. “Hij schudt ambassadeurs, zakenmensen en staatshoofden de hand, hij gaat soms het land in en maakt veel buitenlandse privéreizen. Zijn toespraken zijn niet hoogdravend en vaak hakkelend; kijk naar de troonrede of zijn kersttoespraken.” En, zo beklemtoont Müller: “Voor zijn populariteit is Griekenland funest geweest. Dat blijft aan die man kleven tot aan het einde van zijn koningschap.”


Toch ziet het er niet naar uit dat Nederland snel een republiek zal worden. Om het systeem te veranderen is een tweederdemeerderheid in de Eerste en Tweede Kamer nodig. Daarna moeten er verkiezingen zijn en moet een tweederdemeerderheid in beide Kamers opnieuw met de wijzigingen instemmen. Dat gegeven onderkent ook oud-SP-Kamerlid Ronald van Raak. De SP vindt dat mensen in een publiek ambt gekozen moeten zijn. “Zolang de bevolking een monarchie wil, is die er, of dat nou logisch is of niet in een democratische samenleving. Maar je moet wel blijven overleggen of je nog wel zo’n vreemd instituut in een democratie kan hebben.”


Van Raak denkt dat de monarchie niet ten onder zal gaan aan weerstand, maar aan onverschilligheid. “Ik vermoed dat we de monarchie op den duur gewoonweg niet meer belangrijk vinden. Kijk naar de cijfers. Een groot deel van de mensen heeft er geen uitgesproken mening over en dat is een stuk gevaarlijker dan een clubje geharnaste tegenstanders.” De SP’er vindt niet dat het koningschap platter is geworden, eerder gewoner. “Het knappe aan de Oranjes is dat ze zich aanpassen aan de tijd. Onder Willem-Alexander willen ze een gewone familie onder de gewone families zijn. De afstand is kleiner geworden en de vraag is of dat past bij de monarchie, want die vraagt een vorm van afstand. De Oranjes vormen niet een ongewone familie die gewoon moet lijken, maar andersom.”


Tegenover republikeinen staan monarchisten. Hen vind je vooral in de ruim driehonderd Oranje-verenigingen die Nederland rijk is. Voorzitter Pieter Verhoeve van de Koninklijke Bond van Oranje Verenigingen (KBOV) is over de grote linie tevreden over Willem-Alexander. Hij zet de groeiende weerstand tegen de Oranjes in een historisch perspectief. “Door de eeuwen heen is er altijd een impliciet monarchisme in de Nederlandse samenleving geweest, waardoor ons land ‘een republiek met een vorst’ is. In de zeventiende eeuw was er een Oranje in de vorm van een stadhouder en die mocht ook nooit te machtig zijn. Dat kenmerkt de situatie eigenlijk nog steeds.”


Het koningschap van Willem-Alexander is volgens Verhoeve typisch Nederlands. “De erfopvolging wordt gedragen door de Eerste en Tweede Kamer, omdat de begroting van het Koninklijk Huis ieder jaar wordt goedgekeurd. Ook heeft de koning in 2013 ten overstaan van de Staten Generaal de eed afgelegd. Dat is een wederkerig ritueel, waarbij parlementariërs tegen kunnen stemmen of zich mogen onthouden. Het koningschap is immers grondwettelijk vastgelegd.”


Verhoeve benadrukt dat de koning met mensen wil meeleven. “Hij gaat geregeld naar Groningen om met getroffenen in het aardbevingsgebied te praten en heeft vaak ontmoetingen gehad met slachtoffers van de toeslagenaffaire.” Ook de Gouden Koets en het onderzoek naar het slavernijverleden van de Oranjes getuigen ervan dat Willem-Alexander er voor iedereen wil zijn. “Zijn motto, daar geeft hij wel degelijk invulling aan. Kijk naar de ramp rond de MH17 en zijn rede op 4 mei op de Dam, maar ook naar sporters die na de Olympische en Paralympische Spelen worden gehuldigd op het paleis. Hij heeft natuurlijk veel persoonlijke interesse in de sport.”


Negatieve beeldvorming en sentimenten zijn anno 2023 hardnekkig. Steeds vaker hoor je mensen zeggen: “Voor mij hoeft het niet meer.” Wat moet er gebeuren om de monarchie te redden? Volgens Jan Hoedeman mag de koning in de komende twintig jaar geen fouten meer maken. “Dat is niet onmogelijk. Want waarom kon Beatrix wel wat zij niet zouden kunnen?” De tent stort volgens hem niet in, maar het is wel alle hens aan dek. Momenteel zijn de Oranjes bezig met een charmeoffensief voor betere waarderingscijfers, aldus de auteur. “Dat is op korte termijn een slimme aanpak, maar je moet het op de lange termijn wel volhouden.”


De entourage van Willem-Alexander moet worden versterkt met mensen die de ballen hebben om de knuppel in het hoenderhok te gooien, vindt Hoedeman. “Ook premier Rutte moet scherper worden. Hij is een generatiegenoot van de koning en hij is even makkelijk ingesteld. Die twee hebben wel chemie, maar opereren gemakzuchtig en maken daardoor fouten. Bovendien: de achilleshiel van Beatrix was haar politieke invloed en daar stoorde een kleine bovenlaag in het land zich aan, maar over de achilleshiel van Willem-Alexander heeft iedereen een mening. Hij zet daarmee haar nalatenschap op het spel.”


Doorgaan met werkbezoeken zoals aan Boschgaard is niet genoeg, concludeert KBOV-voorzitter Verhoeve. Naast Koningsdag zouden er meer grote publieksevenementen kunnen komen. “Het koningschap bestaat bij de gratie van het algemeen belang, maar ook bij aanraakbaarheid en aanklampbaarheid. De koning brengt relatief veel werkbezoeken. Dat is vaak in kleine kring, duurt gemiddeld anderhalf uur en is goed voor het recht op informatie. Uiteindelijk win je daar niet de publieksprijs mee, want je spreekt dan een klein groepje mensen. En voor je het weet zijn dat de happy few. Goede balans tussen grote publieksbezoeken en kleine werkbezoeken zou beter zijn. Hij kan daarnaast ook naar voetbal- of schaatswedstrijden gaan.”


Verder ziet Verhoeve kansen in de educatieve kant van de monarchie. “Nodig schoolklassen uit, want zo kunnen scholieren leren over wat het koningshuis is. Voor kinderen is het ook magie die echt wordt en zo komt de monarchie dichterbij. Willem-Alexander en Máxima leggen snel contact met gewone mensen. Die externe kant zou ik veel meer benadrukken.” De Britse koningin Elizabeth II zei: zien is geloven. Zij trok grote menigten bij haar bezoeken in het land. “Onze koning zou dat ook meer moeten doen. Voor je draagvlak is het van belang dat veel mensen je kunnen zien.”


Tot slot benadrukt voormalig SP-Kamerlid Ronald van Raak: “Er is er geen handboek koningschap. Het is een grondwettelijke functie die je persoonlijk moet invullen. Ik ben misschien wel de laatste om hem te moeten adviseren, maar volgens mij kun je het alleen goed doen als je dicht bij jezelf blijft. Niet al te veel proberen om draagvlak te creëren en populair te zijn, maar het gewoon op je eigen manier blijven doen.”


Tijdens het koningschap van Willem-Alexander werd een nieuw regeringsvliegtuig in gebruik genomen: de PH-GOV. Deze Boeing kostte 90 miljoen euro en verving de PH-KBX, een Fokker uit 1996. Soms zit de koning zelf aan de stuurknuppel, want hij is ook piloot. Hij en zijn familieleden mogen jaarlijks tachtig uur vliegen in de PH-GOV, maar kopen ook tickets bij airlines. Het vliegbudget van het Koninklijk Huis bedraagt dit jaar circa negen ton. Er is een Twitter-account waarop je precies kunt zien waar de kist zich bevindt. Zie twitter.com/HeWaarIsDePHGOV


3 weergaven0 opmerkingen

تعليقات


bottom of page