De Zweedse koning knipt alleen linten door en valt volledig buiten de politiek. Hij heeft geen macht, maar wel invloed. ‘Het Zweedse model’ is uniek in de wereld. Door alle discussies rond Willem-Alexander verlangen sommigen naar zo’n model. Maar is dat zaligmakend? Zeker met het oog op meer openheid rond de begroting van het koninklijk huis.
Een scheepsbel is voor zeevaarders een nuttig en bijzonder ding. Niet alleen geeft hij aan wanneer iedereen op het dek moet zijn, maar ook is hij het laatste ‘levende’ bewijs van een schip als die uit de vaart genomen wordt. Het Zweedse linieschip Prinsessan Sophia Albertina verging in 1781 voor de kust van Den Helder. In 2002 stuitten sportduikers op de bel, die dinsdag aan Zweden werd teruggegeven. In een korte ceremonie in het Vasa-museum – de Zweden conserveren hier het gezonken oorlogsschip Vasa die ze midden vorige eeuw borgen – overhandigde koning Willem-Alexander de bel aan collega Carl XVI Gustaf.
De ene koning gaf het touw van de scheepsbel aan de andere, waarna applaus volgde en de klok achter hen opnieuw luidde. Deze eenvoudige handeling behoort tot de core business van Carl Gustaf, die sinds 1974 alleen maar ceremonies verricht. Staand naast Willem-Alexander en Máxima is de 76-jarige wat klein van stuk. Hij heeft zijn haren achterover gekamd en draagt een brilletje. Voor veel Zweden is deze man een teken van continuïteit en stabiliteit, want los van enkele schandalen zit hij bijna vijftig jaar onafgebroken op de troon.
Eerder op de dag hield de Zweedse koning een weinigzeggende toespraak. Hij heette zijn gasten welkom, prees hen en Nederland, en vergeleek beide landen met elkaar. Vervolgens deed Willem-Alexander nagenoeg hetzelfde. De woorden van de Zweedse koning waren echter geheel die van hemzelf. Waar onze koning altijd politiek gedekt moet zijn door VVD-premier Mark Rutte of iemand uit het kabinet, is Carl Gustaf vogelvrij: hij staat los van de politiek en is dus aan niemand verantwoording verschuldigd. Als hij het verknalt, is er geen enkele politicus die hem rugdekking geeft. Ook staat hij slechts op enkele plekken in de grondwet vermeld.
In feite is Zweden ‘een republiek met een koning’. Waarom hebben de Zweden hier voor gekozen? In de hoogtijdagen van de Zweedse sociaaldemocratie was het premier Olof Palme die de monarchie wilde afschaffen. Hij vond het systeem niet meer van de tijd en ging eind jaren zestig de dialoog met andere partijen aan om de grondwet te hervormen. De indertijd zittende koning Gustaf VI Adolf was daar mordicus tegen. Hoewel hij een constitutioneel monarch was met enige politieke macht, kon hij de hervormingen niet voorkomen. In 1971 sloot Palme zich met de rechtse oppositiepartijen op in een hotel in de badplaats Torekov, waar hij hen niet overtuigde.
Er rolde een compromis uit de bus: zodra de oude koning zou overlijden en door Carl Gustaf zou worden opgevolgd, zou die uit het politieke proces worden gehaald. De koning mocht geen wetten meer tekenen, geen benoemingen meer doen en hoefde niet meer wekelijks te overleggen met zijn premier. Andere consultaties met bestuurders werden eveneens geschrapt, net als het voorlezen van de jaarlijkse troonrede. Het staatshoofd zou puur ceremonieel worden, het land vertegenwoordigen in het buitenland en symbolisch het hoofd van de krijgsmacht blijven. ‘Met één pennenstreek kunnen we de republiek invoeren,’ zei Palme achteraf op een partijcongres. Met deze one liner kreeg hij de sociaaldemocratische leden aan zijn kant. De oude koning overleed in september 1973 op 90-jarige leeftijd en werd opgevolgd door Carl Gustaf. Ruim een jaar later ging de nieuwe grondwet in. Voor de jonge monarch was het Torekov-compromis een hard gelag. Hij had zich wat anders voorgesteld en zag er tegenop om zich louter te richten op ceremonies. Tegelijkertijd bood het nieuwe koningschap ‘kansen’: hij en zijn familie zijn aan niemand in de politiek iets verschuldigd en kon gaan bouwen aan een nieuwe formule. Achter de schermen nam de invloed van de koninklijke familie volgens critici juist toe, want de koning is vrij om zelf met iedereen te praten en doet dat ook. En door titels uit te delen ‘bindt’ hij mensen aan de monarchie, net als bij de lintjes in Nederland.
In de afgelopen 49 jaar gaf Carl Gustaf sporadisch zijn mening. Als dat gebeurt wordt er geluisterd, want de monarch heeft in Zweden nog steeds een moreel gezag. Een jaar geleden uitte hij kritiek op het coronabeleid van de regering. Hij vindt dat de samenleving te snel is opengegooid en had liever gezien dat het geleidelijk was gegaan. Het nieuws sloeg in als een bom, want ‘de koning zegt iets’. Eerder zei hij: ‘Ik geloof dat we hebben gefaald. We hebben een groot aantal overledenen en het is verschrikkelijk. Het is iets waar we allemaal last van hebben.’ Over de begroting van het koninklijk huis wordt in Zweden niet gedebatteerd zoals in Nederland. Het is een non-issue en de politiek wil en mag zich niet bemoeien met de monarchie. Toch krijgen leden van het koninklijk huis een jaarlijkse vergoeding. Tegelijkertijd verdienen ze zelf geld, bijvoorbeeld met handel in kunst en antiek. Niemand in Zweden weet exact hoeveel de objecten van de koning waard zijn. Ook de politiek vraagt er niet naar, want er is geen parlementaire controle. De paleizen zijn van de staat en worden door de koning geleased. Naar schatting ligt het vermogen van de familie op enkele miljarden euro’s. Het meeste geld zit in trusts.
De Zweedse koning is ook volledig de baas over zijn hofhouding en hoeft alleen de regering op de hoogte te stellen van wat hij doet. Gaandeweg heeft hij het hof opgeknipt en geprivatiseerd tot verschillende non-profitorganisaties. Natuurlijk moeten er soms afspraken worden gemaakt met de staat, maar die gebeuren achter gesloten deuren. Een paar keer per jaar vergaderen de koning en troonopvolger prinses Victoria samen met het kabinet. Het is een symbolische bijeenkomst waarin de bewindspersonen vertellen wat ze aan het doen zijn.
Het zogenaamde ‘grijze gebied’ van het Zweedse koninklijke systeem is groot en onontgonnen, want in Torekov slaagde toenmalig premier Palme er niet in om gedetailleerde afspraken te maken over wat te doen als leden van het koningshuis bijvoorbeeld wettelijk over de schreef gaan. In de jaren negentig eiste een burger documenten van de koning op. Hij kreeg ze niet en er kwam een rechtszaak. In 1998 oordeelde het Zweedse hooggerechtshof dat het koningshuis geen staatsautoriteit is – want geen rol in de grondwet – en daardoor niet gedwongen kan worden documenten vrij te geven.
In politiek Den Haag werd ‘het Zweedse model’ in 2000 vurig bepleit door toenmalig D66-leider Thom de Graaf – onder meer om van de houding achter de schermen van koningin Beatrix af te komen. Er ontstond veel discussie over, maar zoals vaker in Nederland bleef alles bij het oude. Tijdens het jaarlijkse Tweede Kamerdebat over de begroting van het koninklijk huis is er wel een inhoudelijk debat over geld. Onlangs ontstond er ophef omdat bleek dat het koningshuis er een half miljoen bij krijgt – hun vergoeding stijgt mee met de ambtenarensalarissen – terwijl gewone mensen hun energierekeningen amper kunnen betalen.
Aan het einde van het staatsbezoek aan Zweden werden daar persvragen over gesteld. Willem-Alexander en Máxima gaven niet aan de buikriem te willen aanhalen. Eerder in de week, tijdens het Kamerdebat, kondigde Rutte aan de Raad van State te laten onderzoeken of hij meer informatie mag geven over de jaarbegroting van het koninklijk huis – ter info: in Denemarken en Noorwegen gebeurt dit al, soms tot in detail.
In Zweden blijft alles bij het oude. Op een vraag van HP/De Tijd of hij niet liever het Zweedse model zou hebben dan het Nederlandse – dan is hij van de discussie en al het gedoe af – gaf de koning een lang antwoord. Ieder land heeft zijn eigen model en dat kun je niet een-op-een overnemen, aldus Willem-Alexander, die zegt trots te zijn op het Nederlandse systeem. Je kunt het volgens hem ook niet vergelijken. Waarom dat niet zo is, liet de vorst in het midden, maar wel zijn de hoven qua grootte volgens hem vergelijkbaar. Willem-Alexander zegt trots te zijn op het model dat we in Nederland hebben.
Het Zweedse model an sich is in Nederland geen discussie meer. Anno 2022 gaat het vooral over de kosten en de veiligheid van leden van het koninklijk huis. Zo biechtte koningin even later op dat Amalia nog thuis moet wonen omdat ze in het vizier is van de Mocro-maffia. Door Máxima’s hartenkreet raakte het inhoudelijke debat over de transparantie over kosten van het koninklijk huis op de achtergrond. Het is wachten op het ‘advies’ van de Raad van State over meer openheid waar het gaat over de begroting van de monarchie. De vraag is of die openlijkheid er ooit komt. In die zin hebben we geen Zweeds model nodig.
Comments